Kiwi

De boer

Halloween

Bang?
Nee, dat ben ik niet,
En kom je stiekem naar me toe,
Dan zul je wat beleven,
Dan roep ik heel hard…

BOE!!!!!

Paddenstoel

In de middag is het nog warm,
Maar de zomer is echt voorbij,
De bodem ruikt naar aarde,
Naar schimmel, bladeren en klei,

Vliegenzwammen in het bos,
Een steel en rode gestipte hoed,
Voor de buitenwereld een individu,
Die in zijn eentje groeien moet,

Maar er is meer,
Zijn wortels stevig in de grond,
Verbonden met een dradennetwerk,
Tot voor kort wist niemand dat het bestond,

Planten en bomen,
Bodemdiertjes die je amper ziet,
Alles in de natuur heeft elkaar nodig,
Iets nutteloos is er niet,

En zo zoekt de vliegenzwam verbinding,
Met de wezens om hem heen,
Want ook al is hij een losse paddenstoel,
Hij is zeker niet alleen.

Gerrit Giraf

Gerrit Giraf,
Ach, in principe is hij niet verkeerd,
Maar beleefdheid blijft een dingetje,
Wat hij nooit heeft geleerd,

Gerrit bedoelt het goed,
Zijn doen en laten staat alleen wat gek,
Hoe aardig je ook tegen hem bent,
Hij zal je altijd aankijken met een lange nek.

Oogsttijd

Het weer is nog goed,
Maar het najaar staat voor de deur,
De laatste weken van de zomer,
Langzaam veranderen de bladeren van kleur,

Zaaien en oogsten,
Die twee horen bij elkaar,
Een cyclus in de natuur,
Veel uit de moestuin is klaar,

En stapje voor stapje,
Zorg je voor je eigen opbrengst,
Is het voor lange tijd voldoende?
Of had je graag anders gewenst?

Kun je eindelijk gaan genieten,
Van wat jouw werk je heeft gebracht?
Maakt dit gelukkig?
Is dit wat je had gedacht?

Jeltje

Sierlijk draaien op de tenen,
Jeltje durft los te gaan op de vloer,
Wat anderen vinden maakt niet uit,
En eigenlijk is dat best wel stoer,

Een maatje meer,
Ach, het loopt ook niet zo’n vaart,
Aan die blikken is ze wel gewend,
Jeltje is een dansend nijlpaard.

Horen, zien en zwijgen…

Horen, zien en zwijgen…
Niemand hoeft te weten,
Wie het laatste koekje heeft gegeten.

De moestuin

Je eigen moestuintje,
Wroeten in de aarde,
Al die verse groentes,
Zo gezond!
Een cadeautje van de grond.

Verbinding

Muziek is iets magisch,
Wat grote obstakels overwint,
En ondanks verschillen,
Mensen met elkaar verbindt.

Vriendschap

Jij verstopt je,
En ik zoek,
Wanneer we proefwerk hebben,
Spieken we samen in een boek,

Je mag mijn nieuwe schoenen lenen,
Hutten bouwen in de bomen,
En toen dat grootte kind me pestte,
Ben jij voor me opgekomen,

Ik vind je lief,
Dat we vrienden zijn maakt me blij,
Want van iedereen die ik ken,
Is er niemand zoals jij.

Vitamientjes

Vitamientjes zijn gezond,
Op tijd wat lekkers in de mond,
Fris en fruitig
Willy Worm weet wel wat te doen,
Met een sappig stukje watermeloen.

Wondertjes

De stralende zon,
Bloemknoppen die uitkomen,
Een lieveheersbeestje,
Frisse nieuwe blaadjes aan de bomen,

Van rups naar vlinder,
Vogels die zingen,
Kun jij je ook zo verwonderen,
Om kleine, alledaagse dingen?

Dodo

De Dodo vogel,
Een schim uit het verleden,
Van ellende uitgestorven,
Naar de achtergrond gegleden,

Een waggelend beest,
Dik, sloom en dom,
Zijn vleugels deden het niet,
Dan vraag je er toch ook om?

Maar hoe zit dat nou?
Was Dodo echt zo’n oen?
Liet hij alles zomaar gebeuren?
Of was er meer om te doen?

Er bestaat een mythe,
De naam van de plek kan ik niet geven,
Maar op een onbekend pirateneiland,
Schijnt Dodo gewoon te leven,

Lang geleden plande hij zijn vlucht,
Met een minibootje over de oceaan,
Op zoek naar een nieuw thuis,
Als “uitgestorven” kwam hij bekend te staan,

En zo stom is dat eigenlijk niet,
Dodo ken je alleen nog maar uit boeken,
In het geheim bewaakt door piraten,
En niemand zal hem komen zoeken.

Paraplu

De herfst is in het land,
Bladeren zweven in het rond,
Gouden zonnestralen,
Rode paddenstoelen op de grond,

Dikke druppels zoeken hun weg,
Nog meer regen komt eraan,
Maar voor jou hou ik een plekje vrij,
Om onder mijn paraplu te komen staan.

Dieren

De mol onder de grond,
Slakjes zonder huis,
Vreemde vogels,
Een op ontdekkeningstocht gaande muis,

Varkens, koeien, kippen,
Het nest van duizenden mieren,
We delen onze leefomgeving,
Met veel verschillende dieren.

De monnik en de wolf

Zomaar een weiland,
Wolken wisselen met zonneschijn,
De wind speelt met het wuivende gras,
Het gezoem van een insect piepklein,

Een wijze monnik en een wolf,
Urenlang zitten ze al daar
Twee uiterst tegengestelden,
Maar toch horen ze bij elkaar,

Soms zijn we de wijze monnik,
De persoon die het heel goed weet,
Soms de grommende wolf,
Door de omstandigheden gemeen en wreed,

Het een kan niet zonder het ander,
In elke mens wonen ze allebei,
Er rest alleen een vraag,
Naar welke kant neig jij?

John kameleon

Geel en rood,
Soms even groen,
Paarsachtige tinten,
John zal dit altijd doen,

Opgegaan in zijn omgeving,
Je signaleert hem bijna niet,
Hij gedraagt zich zoals iedereen,
Hopend dat niemand hem ziet,

Geen eigen identiteit,
Bijna onzichtbaar,
Alleen zo weet hij het zeker,
De anderen vinden hem niet raar,

Altijd maar aanpassen,
Dat is typisch John,
Nooit zal hij veranderen,
Hij is een kameleon.

De kleine prins

Elke dag een nieuwe kans,
Op weg naar wijsheid,
Leren doen we van elkaar,
En groeien dat gaat door de tijd,

Een ontdekkingsreis,
Mysteries groot en klein,
Geloven dat we diep van binnen,
Allemaal een “Kleine Prins” zijn.

Tante Rosalee

Mijn tante Rosalee,
Ze woont wat verder in de straat,
En van de hele wereld,
Is ze het leukste mens dat bestaat,

Hutten bouwen en verkleden,
Gekke staartjes in je haar,
En als ze er zin in heeft,
Dan speelt ze wat gitaar,

Iedereen is welkom
Bij mijn toffe tante Rosalee,
Neefjes, nichtjes, vriendjes,
Soms trakteert ze pannenkoeken en thee,

Maar het is niet altijd leuk,
Want soms heb ik verdriet of pijn,
Dan is Rosalee heel lief,
Door te luisteren en er te zijn,

Een beetje volwassen,
Maar eigenlijk een groot kind,
Deze dingen maken,
Dat ik Rosalee de beste vind.

Vliegmachine

De nerd van de school,
Vaak weggevlucht in zijn fantasie,
Bescheiden en verlegen,
Stiekem is Stef een genie,

Een oude verroestte badkuip,
Stukken ijzer en wat hout,
In het schuurtje heeft Stef,
Zijn eigen vliegmachine gebouwd.

Herfst

De laatste dagen van de zomer,
Gekleurde blaadjes aan de bomen,
Buiten ruikt het naar aarde,
De herfst gaat snel komen,

Paddenstoelen in de tuin,
Gouden zonnestralen,
Bosdieren zijn druk bezig,
Om een wintervoorraad te halen,

Beukennootjes en kastanjes,
Warme thee met gember,
Zelfgebakken appeltaart,
Genieten in september.

Alice in wonderland

Ga een moment rustig zitten,
Doe alles even aan de kant,
Sluit je ogen,
En reis met Alice naar Wonderland.

Stukje leven

Een vergeten vuilstortplaats,
Onbruikbare spullen en veel roest,
Ooit luxe artikelen,
Langzaam door oxidatie verwoest,

FERRUM-2.0 houdt het terrein schoon,
Eenzaam is het baantje wel,
Traag en krakend tussen de rommel,
Door ouderdom is hij niet meer snel,

Middenin de troosteloze aanblik,
Piept een groen sprietje door het zand,
Een bijna onzichtbaar teken van leven,
Er is een beetje hoop geplant.

Visser

Peterke heeft een hengel uitgegooid,
Natuurlijk hoopt hij iets te vangen,
Het is altijd een verrassing,
Wat voor vis er aan het haakje zal hangen,

Gooi ook eens een hengeltje uit,
Er zijn veel dingen die je niet weet,
Kansen en nieuwe mogelijkheden,
Misschien wacht op jou ook een goede beet.

Chillen

Een weekend in de zomer,
Iets wat we stiekem allemaal willen,
Een paar dagen helemaal niks,
Lekker lui gaan chillen.

Lezen

Letters vormen woorden,
Woorden een verhaal,
Zodra je de eerste bladzijde omslaat,
Leeft het helemaal.

Uniek

De wereld is divers,
Iedereen is anders,
Niet alleen maar zwart of wit,
Maar elke kleur die in de regenboog zit.

Omdat we allemaal belangrijk zijn.

Eenhoorn

Soms wordt er gezegd,
Dat de dingen veel beter gaan,
Wanneer vrolijke regenboog eenhoorns,
Echt zouden bestaan,

Maar één ding is zeker,
Rondhuppelende eenhoorns zijn er niet,
Illustreer daarom zelf je leven,
In de mooiste kleuren die je ziet.

Schubdier

Ergens op een zonnige plek,
In een land heel ver van hier,
Daar woont Zaza met haar baby,
Zaza is een schubdier,

Er is bijna niemand die haar kent,
Ze is een zeldzaamheid,
Haar familie is miljoenen jaren oud,
Met de omgeving verweven door de tijd,

Zaza wordt bedreigd,
Verkocht als illegaal medicijn,
Sommige mensen blijven denken,
Dat haar schubben geneeskrachtig zijn.

Geluk

Heel onopvallend,
Alleen maar in het nu,
Een gouden randje,
In een kort moment,
Mag je dan zeggen,
Dat je gelukkig bent?

Prinses Wiebertdientje

Prinses Wieberdientje,
Is het helemaal zat,
Altijd maar in haar eentje,
Daar heeft ze het mee gehad,

Ze wil een leuke prins,
Een kerel die haar op handen draagt,
Jong, knap, rijk en beroemd,
Is dat soms teveel gevraagd?

Ze weet precies waar ze zoeken moet,
In een oud boek staat geschreven,
Dat in de vijver achter het paleis,
Een betoverde kikkerprins kan leven,

Wieberdientje staat aan de waterkant,
Het prinsesje vindt geen rust,
Tot ze alle kikkers uit de modderpoel,
Liefdevol heeft gekust.

Wandeling

Stap voor stap,
Elke dag een paar kilometer te gaan,
Pim zou weleens willen weten,
Waar hij over een tijdje zal staan,

Niemand heeft hem een kaart gegeven,
Pim moet alles zelf ontdekken,
En zo gaat hij verder,
Komt op veel nieuwe plekken,

Links of rechts?
Soms slaat te twijfel toe,
‘Wat moet ik kiezen?’
‘Hoe weet ik of ik het goed doe?’

Een lach en een traan,
Dat is de wandeling die leven heet,
Eén ding staat vast,
Dat je iets nooit zeker weet,

Pas wanneer hij het eindpunt nadert,
En zijn schoenen zijn versleten,
Dan kan Pim terugkijken,
Op een reis om nooit te vergeten.

Herfstblad

Wanneer je nu naar buiten gaat,
Zie je dat de boom haar blaadjes loslaat,
Het weer is koud en guur,
Een herfstblad gaat op avontuur,

Een kevertje lift mee,
Ze zweven samen met z’n twee,
Door toeval gebonden,
Twee maatjes hebben elkaar gevonden,

De wind speelt met het blad vederlicht,
Kevertje geniet van het uitzicht,
Wachten op de plek die de bestemming had,
Zo reizen het kevertje en het herfstblad.

Monnik

Internet en televisie,
Het verschil tussen goed en slecht,
Er is zoveel informatie,
Hoe weet je wie de waarheid zegt?

Een dynamische wereld,
Veel dingen in de maatschappij,
Genoeg meningen om te horen,
Maar waar voor je je zelf goed bij?

Senge de monnik neemt wat afstand,
Een moment helemaal alleen,
De stilte van de natuur,
Geen andere mensen om hem heen,

Zachtjes ruist de wind door de bomen,
Alles laat hij rustig gaan,
Troebel water wordt vanzelf helder,
Wanneer je het lang genoeg laat staan.

Regen

Wat een pech,
De zon is weg,
Miezerig, vies en grauw,
Wanneer wordt de lucht weer blauw?

De meeste mensen houden niet van regen,
Maar voor de natuur is het echt een zegen,
Koos de Kikker is vandaag helemaal blij,
Want een buitje hoort erbij.

Schotland

Jack is een Schotse reus,
Alle dagen buiten,
Zomer en winter,
Hoor je hem op zijn doedelzak fluiten,

De lokale klederdracht heeft hij aan,
Een pet en een kilt,
Trots op zijn afkomst,
Hij heeft het altijd zo gewild,

En als ik die stoere Jack zie staan,
Dan is er één ding dat ik me af blijf vragen,
Of hij onder zijn geruite rok,
Een onderbroek zal dragen.

Zegeningen

Ga even zitten,
Neem wat tijd voor jezelf,
Tel je zegeningen groot en klein,
En besef…
Dat je gelukkig mag zijn.

Ontdekkingsreis

Mik is op ontdekkingsreis,
Ze zoekt naar schatten in de tuin,
Speurend tussen de planten,
En het oude stenenpuin,

Een rupsje kruipt,
De honingbij is aan het werk,
Een kleine mier verzamelt blaadjes,
Wat is dat beestje sterk!

Je hoeft niet ver te gaan,
Als je nieuwsgierig om je heen blijft kijken,
Zullen alledaagse dingen,
Opeens een stuk mooier lijken.