Half september.
Hoewel het nog niet echt koud is beginnen de bladeren van de bomen langzaam hun zomerse groene kleur te verliezen. Zonneschijn en wolken wisselen elkaar af.
Op het dorpsplein staan de kramen van de wekelijkse markt.
Sommige mensen dragen vesten, anderen lopen nog gewoon in een korte broek.
Het ruikt naar een mengeling van kruiden, kaas en verse vis, een typische marktgeur.
Snippertje, een stukje papier zit al een tijdje vast aan een spijkertje aan de onderkant van een houten bank. Hoe lang hij er al zit en hoe hij er precies terecht is gekomen is hij vergeten.
De benen van mensen passeren zonder dat iemand ook maar enige acht op hem slaat. Wat zou het ook, zo speciaal is hij nou ook weer niet.

Er bestaan veel verschillende soorten papiertjes en de meeste hebben een functie. Neem nou bijvoorbeeld de krant. De krant laat weten wat er allemaal in de wereld gebeurd.
En wat dacht je van flyers. Flyers vertellen waarom je een bepaald product moet kopen of waarom je iets wel of juist niet zou moeten doen.
Een heel waardevol papiertje is geld. De kleur en het nummer op het briefje vertellen hoeveel het waard is en wat je ervoor kunt kopen.
Snippertje is het geen van allen, hij is niet eens een boodschappenlijstje.
Zuchtend bekijkt hij zichzelf, een glad blauw met oranje velletje met een beetje tekst. Hij kan niet lezen, dus wat er op zijn buik staat weet hij zelf ook niet.

Plotseling, heel onverwacht waait een flinke windvlaag onder de bank door. Snippertje voelt hoe een hoekje afscheurt en voor hij goed en wel beseft wat er gebeurt wappert hij tollend over het plein. Hij is vrij!
Een klein jongetje merkt hem op en wil achter hem aan rennen. Zijn moeder is druk in gesprek met de groenteman.
‘Hier blijven Jens.’ Zonder echt te kijken wat er aan de hand is pakt ze het jongetje bij de arm.
Cirkelend dwarrelt Snippertje tussen de mensen door, langs een groepje kakelende vrouwen, nieuwsgierig naar de laatste roddels en een opa met een rollator.
De wind tilt hem wat verder omhoog, nu kan hij het hele plein overzien. Om hem heen dansen een paar van de eerste losgelaten bladeren en op de terrassen klinkt volksmuziek.
Een stevige man in een oranje hesje is bezig met het legen van de vuilnisbakken.
Alles wat geen waarde heeft of vies is belandt vroeg of laat een keer in de vuilnisbak. Die bak wordt geleegd en de dingen die erin zitten gaan rechtstreeks naar de verbrandingsoven.
‘Ook ik ben waardeloos en de afvaloven wordt mijn laatste plekje,’ denkt Snippertje.

Achter de kramen door loopt een vrouw met een geruite boodschappentas op wielen. Bepaald modebewust ziet ze er niet uit met haar degelijke, korte kapsel en witte sokken in sandalen. ‘Waarschijnlijk is het een huisvrouw,’ denkt Snippertje. ‘Of een alleenstaande moeder.’
Op dat moment gebeurt er iets vreemds, het lijkt net of de wind Snippertje voor de voeten van de vrouw neerlegt.
Ze kijkt verbaasd, bukt zich en raapt hem op.
‘En dit is dan het einde…’ denkt hij. ‘Nu wordt ik in de prullenbak gegooid.’
Maar hij wordt niet bij het afval gegooid, de madam haalt haar telefoon tevoorschijn en typt wat dingen in.
Terwijl ze daarmee bezig is lijkt de diepe fronsrimpel tussen haar wenkbrauwen nog dieper te worden.
‘Wat doet ze?’ vraagt Snippertje zich af.
Even lijkt het of ze naar adem hapt, maar dan verschijnt langzaam een grote, stralende glimlach op het gezicht van de vrouw. Snippertje voelt hoe haar handen steeds meer beginnen te trillen.
‘Nee, dit kan niet….’ fluisteren haar lippen.
Nee…
2,7 miljoen…’
‘Ik heb hier een winnend staatslot van 2,7 miljoen!’