‘Alstublieft, hier is je vriendenboek.’ Vrolijk lachend geeft Anja het boekje met een opdruk van Micky Mouse aan Feline.
Feline gaat op de zandbakrand zitten, slaat het open en bladert nieuwsgierig naar de laatste beschreven pagina.
Hoewel het pas begin maart is schijnt de zon al lenteachtig. Hier en daar gluren de eerste narcissen nieuwsgierig met hun kopjes boven de grond.
‘Leuke foto,’ merkt ze op.
‘Ja hè, deze is op vakantie aan zee genomen.’

Met moeite leest ze de roze letters, een handschrift dat probeert sierlijk te zijn door de hartjes op de i, maar eigenlijk nog in ontwikkeling is.
‘Favoriete kleur: Roze.’
‘Favoriete dier: Pluk de cavia.’
‘Wat ik later wil worden: Een lieve mama.’
‘Wat ik jou toewens: Dat je ook mama wordt.’
‘Dat je ook mama wordt…’ in gedachten herhaalt ze de zin.
‘Ik begrijp het niet,’ mompelt ze.
‘Wat?’ Anja is druk bezig om van zand een cakeje te maken.
‘Dat van dat mama. Ik snap dat jij dat graag wil worden, je bent nu al een poppenmoeder, maar ik begrijp niet waarom je mij dat ook toewenst.’
Haar vriendinnetje spuugt een paar belletjes in het zand. Dat doet ze altijd, omdat ze denkt dat het taartje dan lekkerder wordt.’
‘Simpel, je bent een meisje. Als je later groot bent wordt je een vrouw. Vrouwen krijgen nu eenmaal kinderen. Soms gebeurt dat niet en dat is heel verdrietig, daarom wens ik dat jij een mama wordt.’
Mama en kinderen…
Eigenlijk heeft ze daar nog nooit echt over nagedacht. Als ze later groot is wil ze graag een filmster worden. Of piloot. Of misschien toch wel dierenverzorgster. Ze weet het nog niet.

Een kluit modder vliegt op een haartje na langs hun af.
‘Kijk uit!’ roept Anja boos naar Wouter.
‘Sorry,’ antwoordt hij, terwijl hij druk verder gaat met schatgraven.
Anja draait het gele vormpje om en een taartje in de figuur van een huis verschijnt.

Moeder?
Waarom wordt je moeder?
Omdat je vrouw bent is voor Feline niet zo’n goed antwoord, nee dat is een beetje raar.
Misschien omdat het leuk is om lekker met zo’n kleintje te tutten.
Misschien omdat het bij het leven hoort, bijna alle grote mensen hebben kids.
Als je mama bent heb je altijd iemand om heel veel van te houden, omdat diegene een stukje van jezelf is, net zoals jij een stukje van je moeder bent en je moeder weer van je oma en je oma van je overgroot oma en je overgroot oma van… Wat komt er eigenlijk boven overgroot oma? Geen idee.
Zelf ben je de laatste schakel en als je besluit om er geen nieuwe aan toe te voegen houdt het op.
Is dat niet allemaal veel te ver en te moeilijk gedacht? Is het niet zo dat mensen kinderen krijgen om de simpele reden dat ze het gewoon willen. Ze heeft ooit gehoord dat je op den duur voelt dat je dat wil en er klaar voor bent.
Maar wat nou als je dat gevoel nooit krijgt?
Bestaat dat?
Dat je een vrouw bent betekent toch niet dat je automatisch ook moeder wil worden?

Het is warm en Feline maakt de bovenste twee knoopjes van haar jas los.
Ze denkt aan haar eigen moeder, die is altijd druk bezig.
Zou ze dat willen? Eigenlijk lijkt een wereldreis haar veel leuker, een kleintje is een grote verantwoording.
En wat nou als blijkt dat haar kindje niet gezond is? Of dat hij wordt gepest? Of als hij met verkeerde vrienden rare dingen uit gaat spoken? Of dat hij een zwaar ongeluk krijgt…? Brr, eng idee!
Stel dat ze later geen kinderen heeft en er spijt van krijgt? Of andersom, spijt van wel. Dat lijkt haar nog veel erger, want dan neemt ze haar kindje mee in een foute keuze die ze zelf heeft gemaakt.

‘Aarde aan Feline. Je zit weer te dagdromen. Waar ben je toch altijd met je gedachten?’
‘Ik denk over wat je in mijn boekje schreef.’
Anja lacht. ‘Ach, kom op, maak je niet druk, we zijn pas zeven en acht jaar oud. Later duurt nog zo lang.’
Ze heeft gelijk, waarom zou ze dit soort dingen serieus nemen, terwijl ze zelf nog een kind is? Voorlopig is dat nog lang niet aan de orde.

Feline slaat het oude vriendenboek dicht. De bladzijden zijn in de loop der tijd geel geworden en sommige gescheurd.
Het gesprek dat ze minstens twintig jaar geleden met Anja heeft gevoerd speelde zich zojuist weer levendig af als een film.
Ze glimlacht, omdat ze toen al zoveel filosofeerde, ja, op de basisschool waren bepaalde dingen al duidelijk.
Zachtjes streelt ze Sem over zijn bol.
‘Hey slaapkop, ga je met mama mee?’
De hond geeuwt luid. Fijn dat ze een klein, oud vuilnisbakkie uit het asiel heeft mogen adopteren, Sem is haar kindje. Ze doet hem de riem om en pakt de bos bloemen en het in zacht blauw papier gewikkelde pakketje van het dressoir.
‘Kom maar jongen, we gaan naar de vierde baby van Anja kijken.’