Grauwe wolken verduisteren de lucht, hoewel het pas een uur of drie in de middag is lijkt het of de avond al een beetje wil vallen.
Begin november, vandaag laat de herfst zich van zijn meest onstuimige kant zien.
Kay gooit zijn schooltas op de grond en slaat de dieprode sjaal stevig om zijn schouders. De wol kriebelt een beetje in zijn nek, een vreemde kriebel, maar dat komt omdat het zijn sjaal niet is. Hij drukt de stof tegen zijn neus en snuift de geur diep naar binnen. Heel ver weg ruikt hij nog de zachte, frisse geur van lentebloesem.
Zonder het te willen springen de tranen weer in zijn ogen.
Hij probeert ze weg te slikken, maar het helpt niet.
De o zo bekende ongevraagde adviezen die hij de afgelopen tijd zo vaak heeft gehoord klinken weer na in zijn oren.
‘Je moet verder…’
‘Geef het een plekje…’
‘Niet aan denken…’
Lief bedoelt, maar wat heeft hij eraan?
‘Je gaat hieraan onderdoor, laat het los…’ Dat had zijn klassenmentor vanmorgen gezegd.
Natuurlijk wil hij niets liever dan die rotte pijn achter zich laten, maar waarom lukt het hem dan niet?
De hele dag door wordt hij aan Eleni herinnert. De muziek die ze samen hebben geluisterd, die reclame waar ze om hebben gelachen, de selfies die ze hebben gemaakt, de giraffe knuffel die hij als klein kind op zijn verjaardag van haar cadeau had gekregen, de chips die ze stiekem kochten en op de fiets naar huis opaten…
De hele wereld zit vol Eleni!
Bestaat er zoiets als een “andere kant”?
Is ze er op een bepaalde manier nog?
En zo ja, kan ze hem zien?
Of is ze met de snelheid van het licht naar de verste ster gereisd?
Niemand weet het en zelf weet hij niet zo goed wat hij ervan moet denken.

Duizenden gele, oranje, rode en bruine bladeren dansen om Kay heen.
Voor de bomen is loslaten iets wat vanzelf gaat, maar voor hem is het een proces waar tijd voor nodig is, heel veel tijd!
Op een dag zullen de scherpe randjes slijten, maar helemaal loslaten…
Ze zal altijd op de achtergrond aanwezig blijven.

Wil hij haar eigenlijk wel loslaten?
Eerlijk is eerlijk, met Eleni had hij altijd lol en juist de mooiste momenten deelde hij met haar. Kostbare, gouden herinneringen.
Wanneer hij aan bepaalde dingen terugdenkt moet hij vaak glimlachen.
Dat laat je toch niet zomaar gaan?
‘Nee, dat wil ik niet,’ de zin spreekt hij hardop en heel beslist uit. ‘Ik wil je NIET loslaten.
Het moet anders…
Ik wil…
Ehm… Wat zijn de juiste woorden?
Ik wil…
Ik wil je ANDERS vasthouden.’
Dat is het!
“Anders vasthouden”.
De stormachtige wind speelt met zijn haar. Ondanks de gel piekt het alle kanten op.
‘Ze is er nog,’ besluit hij. ‘In mijn gedachten, in alle dingen die we samen hebben gedeeld, ze is overal en in alles. Daar ben ik dankbaar voor.’
Resoluut laat hij zich in het gras zakken.
Het koude, vuile vocht trekt door zijn spijkerbroek naar zijn billen, maar dat kan hem niet schelen.
Uit zijn schooltas haalt hij een pen en een schrift. Halverwege staat een roze doodle van een hondje. Nog niet zo lang geleden heeft Eleni dat getekend. Hij kijkt er even naar en bladert dan rustig verder tot de laatste bladzijde, die scheurt hij eruit.
Klungelig legt hij het blad op zijn knieën en begint te schrijven:
“Onzichtbaar en voor altijd heel dichtbij”.
De letters zijn groot en slordig, maar dat geeft niet.
Van het papier vouwt hij een vliegtuigje.
Nog een herinnering, vroeger deden ze wedstrijdje wie het snelste vliegtuig kon vouwen.
De wind draagt het mee omhoog, tot het verdwijnt in de donkere lucht.
‘Dag Eleni,’ mompelt Kay.
De rode sjaal wappert om zijn schouders, de sjaal van Eleni.
Op dat moment schuift het wolkendek een klein beetje opzij en kust een waterig zonnestraaltje zijn gezicht.